Anton Tsjechov (1860-1904) studeerde medicijnen in Moskou. Zijn studie oefende een beslissende invloed op hem uit; hij zag in de wetenschap het werktuig voor de vooruitgang. Hij was grootmeester van het korte verhaal en toonaangevend toneelschrijver. Voor het toneel schreef hij de nu nog veelgeroemde klassiekers: Platonov, Ivanov, De meeuw, Oom Wanja, Drie zusters en De kersentuin. Platonov, zijn eerste toneelstuk, dat hij schreef toen hij nog studeerde (waarschijnlijk in 1878), werd na zijn dood in een kluis gevonden.
Toneelwerk:
Platonov – 1878
Ivanov – 1887-1889
De meeuw – 1896
Oom Wanja – 1897
Drie zusters – 1900-1901
De kersentuin – 1903-1904
Eenakters:
Langs de grote weg – 1885
Een zwanenzang – 1887-1888
De beer – 1888
Het huwelijksaanzoek – 1888-1889
De bruiloft – 1889-1890
Onreine treurspelen – 1889-1890
Het jubileum – 1891
Over de schadelijkheid van tabak – 1902
-
-
-
-
-
Anton Tsjechov
Drie zusters
De drie dochters van een legerofficier die destijds met zijn gezin Moskou verliet om bevelhebber te worden van een garnizoen in een kleine provinciestad verlangen na de dood van hun vader hevig naar het groots en meeslepend leven uit hun jeugd in de hoofdstad, maar geen van de drie slaagt erin haar geluk daadwerkelijk te beproeven.
vertaling: Chiem van Houweninge, Ton Lutz
-
-
Anton Tsjechov
Meeuw - een bewerking
In het kunstmatige paradijs van een aangeharkt landgoed, is iedereen met elkaar verbonden, of ze dat nu leuk vinden of niet. Zonder de bescherming van de rol die ze in het dagelijks leven gewend zijn te spelen, worden ze geconfronteerd met zichzelf en elkaar. De jongeren, onrustig, vertonen een ziekelijke behoefte aan erkenning. De ouderen vrezen de kracht van de nieuwe generatie en zijn bang statuur te verliezen. Voor het te laat is, voor het verval onherroepelijk zal toeslaan, proberen ze er het beste van te maken – of er in elk geval nog iets van te maken.
opvoergegevens: Het Amsterdamse Bostheater | NNT